Bestandsfilters zijn ofwel lokaal en specifiek voor een bepaald project, of globaal en beschikbaar voor alle projecten die een configuratiemap delen.
Bekijk, voor de details,:
Filters in vet worden gebruikt door het huidige project.
Schakel een filter uit door zijn vak te deselecteren als u wilt dat de bestanden die ermee zijn geassocieerd, niet moeten worden vertaald. Hun inhoud zal niet worden weergegeven voor vertaling.
U kunt de filters sorteren op naam óf of zij zijn ingeschakeld. Klik op de relevante kop om ze in op- of aflopende volgorde te sorteren.
Selecteer, om de bestandsextensies, doel-bestandsnaam en coderingen, die zijn geassocieerd aan een filter, aan te passen, het in de lijst en klik op de knop
.Sommige filters verschaffen een knop
om hun instellingen verder aan te passen.Klik op de knop
om de bestandsfilters terug te zetten naar hun standaard instellingen.Aangepaste globale voorkeuren voor bestandsfilters worden opgeslagen in de filters.xml, in de map voor de configuratie. Bekijk Configuratiemap voor de details. Verwijderen van dat bestand herstelt ook de voorkeuren voor het filter.
Aangepaste lokale bestandsfilters worden opgeslagen in het bestand filters.xml, geplaats in de map voor het project. Bekijk het hoofdstuk Projectmap voor details. Verwijderen van dat bestand herstelt ook de voorkeuren voor het filter en zet het project terug naar globale bestandsfilters.
Voorafgaan de en achterliggende tags worden over het algemeen vereist door OmegaT om op de juiste manier het vertaalde segment te kunnen maken. Ze verbergen in de te vertalen inhoud zorgt ervoor dat u ze niet zult wissen of per ongeluk zal aanpassen.
Als u de voorafgaande en achterliggende tags behoud, zorg er dan voor dat u ze ook opneemt in de vertaalde tekst.
Standaard verwijdert OmegaT voorafgaande en achterliggende witruimte uit de te vertalen inhoud. Schakel, in niet-gesegmenteerde projecten, deze optie uit om er voor te zorgen dat voorafgaande en achterliggende witruimte in de vertaling is aan te passen.
Als de brondocumenten witruimte bevat die wordt gebruikt om de lay-out te beheren, moet de witruimte die dat beheert worden behouden in het vertaalde document.
De bron-bestandsnaam is één van de elementen dat een alternatieve vertaling karakteriseert. Als deze optie is geselecteerd, zullen alleen de vorige/volgende segmenten of een identificatie voor een segment worden gebruikt om en alternatieve vertaling te karakteriseren.
Segmenten met dezelfde karakteristieken, geplaatst in andere bestanden, zullen op dezefde manier worden vertaald.
Dubbelklik op de bewerkbare velden om eenvoudige aanpassingen te maken of klik op de knop
voor toegang tot het dialoogvenster voor bewerken.Klik op
om een nieuw patroon voor een bestandsfilter toe te voegen, om een soortgelijk dialoogvenster te openen.Beide dialoogvensters stellen u in staat de patronen voor de bestandsnamen aan te passen voor de bron- en doelbestanden die zijn geassocieerd aan dit filter, en hun respectievelijke codering te selecteren.
Gebruik het keuzemenu Bestandsnaam variabelen om de doel-bestandsnaam aan te passen.
OmegaT controleert, om een filter met een bestand te associëren, de bestandsextensie en probeert het overeen te laten komen met een patroon voor een bron-bestandsnaam in een filter.
Het patroon *.xhtml
zal bijvoorbeeld overeenkomen met elk bestand met de extensie .xhtml
. Als een dergelijk bestand wordt gevonden in de map source, zal het bestand worden afgehandeld door het filter XHTML.
U kunt patronen voor bestandsnamen toevoegen of wijzigen om verschillende bestanden aan een filter toe te wijzen.
Associëren van een bestandsextensie aan een filter is niet voldoende om het filter het bestand correct te laten afhandelen. De bestandsstructuur moet ook compatibel zijn met het filter: zelfs als u .odt
associeert met het filter XHTML filter, zal het filter niet in staat zijn de inhoud van een bestand van OpenOffice Writer te begrijpen.
Patronen voor bronbestandsnamen gebruiken jokertekens: Het teken *
komt overeen met nul of meer tekens, waar het teken ?
overeenkomt met exact één teken.
U zou u het patroon read*
moeten gebruiken als u bijvoorbeeld wilt dat het tekstfilter readme-bestanden (readme, read.me
of readme.txt
) afhandelt.
De meeste bestandsindelingen staan verschillen mogelijke coderingen toe. Standaard is de codering van het vertaalde bestand hetzelfde als die van het bronbestand.
De velden voor bron- en doelcodering gebruiken keuzelijsten waarin alle ondersteunde coderingen zijn opgenomen. Selecteren van de optie <auto> laat de keuze voor de codering aan OmegaT, gebaseerd op de volgende criteria:
OmegaT gebruikt de codering van de declaratie van het bronbestand, indien aanwezig, om de codering te identificeren (HTML- of op XML- gebaseerde bestanden).
OmegaT is geïnstrueerd om een voorgeschreven codering te gebruiken voor bepaalde bestandsformaten ( Java-properties bijvoorbeeld)
OmegaT gebruikt de standaard codering van het besturingssysteem voor tekstbestanden.
Bestanden in de map target worden, elke keer als u ze opnieuw maakt, overschreven, zelfs als zij worden gemaakt dezelfde naam.
OmegaT kan automatisch nieuwe bestandsnamen maken voor de bestanden die u maakt, door bijvoorbeeld een taalcode of tijdstempel toe te voegen.
Het patroon voor de doel-bestandsnaam gebruikt een speciale syntaxis. De eenvoudigste manier om die aan te passen is door het dialoogvenster Patroon bewerken te gebruiken. Het dialoogvenster biedt verschillende opties:
Het standaard patroon. Het geeft de volledige bestandsnaam van het bronbestand weer, inclusief de extensie. Gebruiken van dit patroon wijst het vertaalde bestand exact dezelfde naam toe als het bronbestand.
naam van het bronbestand, zonder de extensie
originele bestandsextensie
doeltaal+regiocode (xx_YY)
doeltaal+regio (xx-YY)
code doeltaal (xx)
code doelregio (YY)
tijdstempel van toen het bestand werd gemaakt
Bekijk de documentatie van Oracle voor voorbeelden.
naam van het besturingssysteem
login-naam van gebruiker
hostnaam van het systeem
codering van het bronbestand
codering van het doelbestand
Microsoft doel-locale
Aanvullende varianten zijn beschikbaar voor ${nameOnly}
en ${extension}
.
Als het gebruiken van meerdere perioden het identificeren van de bestandsnaam en extensie moeilijk maken, kunt u variabelen in de vorm van ${nameOnly-
nummer
} of ${extension-
nummer}
gebruiken om te specificeren welke delen deel uitmaken van de naam of de extensie, zoals weergegeven in het voorbeeld hieronder.
Voor een bronbestand dat is genaamd Document.xx.docx, zullen de volgende variabelen de volgende resultaten geven:
${nameOnly-0}
: Document
${nameOnly-1}
: Document.xx
${nameOnly-2}
: Document.xx.docx
${extension-0}
: docx
${extension-1}
: xx.docx
${extension-2}
: Document.xx.docx
Verscheidene filters bieden opties aan. Selecteer het filter in de lijst en klik op
om ze aan te passen.De beschikbare opties zijn:
Tekstbestanden hebben geen algemene markeringen voor alinea's. Kies hier de manier waarop OmegaT alinea's maakt in uw tekstbestanden.
specificeert het maximale aantal tekens, vóór een lange regel wordt afgebroken. Een waarde van 0 stelt geen begrenzing in.
specificeert het maximale aantal tekens, vóórdat een regel wordt afgebroken en negeert de rest. Een waarde van 0 stelt geen begrenzing in.
Het filter Microsoft Office Open XML (oud filter)
is het originele OmegaT-filter. U zou het alleen moeten gebruiken om problemen met compatibiliteit met eerdere projecten, die bestanden bevatten die zijn afgehandeld met dat filter, te vermijden.
U kunt kiezen welke aanvullende elementen van het document vertaald moeten worden. Zij zullen als afzonderlijke segmenten in de bewerker verschijnen.
Niet-zichtbare tekst voor instructies, notities, voetnoten, eindnoten, voetteksten, duplicaat-tekst om op terug te vallen, en document-eigenschappen.
Notities en werkbladnamen.
Notities van dia's, sjablonen voor dia's, en lay-outs van dia's.
Externe koppelingen, grafieken, diagrammen, tekeningen en WordArt.
Tags, die geen vertaalbare tekst omsluiten, worden samengevoegd tot één enkele tag.
Witruimte (d.i. spaties en nieuwe regels) worden behouden, zelfs als deze optie niet is gedefinieerd in het document.
Schakel deze optie in indien soft-returns zijn bedoeld als begin van een nieuwe alinea.
De geselecteerde attributen zullen als vertaalbare segmenten in het venster Bewerken verschijnen.
De HTML-tag <br> zal een alinea-einde voor segmentatiedoeleinden maken.
Elke alinea die overeenkomt met de reguliere expressie wordt genegeerd bij het laden en wordt niet weergegeven voor vertaling.
Deze optie is handig bij het behandelen van delen van HTML die alleen niet te vertalen tekst bevat.
Definieer de attribuutwaarden voor de tag <meta> waarvoor het geassocieerde attribuut "content" niet moet worden vertaald.
Voeg geen aanhalingstekens toe en scheidt de waarden door een komma.
Deze inhoud negeren:
<meta name="robots" content="index,
follow">
gebruik:
name=robots
Definieer de attribuutwaarden die een tag niet te vertalen maken.
Voeg geen aanhalingstekens toe en scheidt de waarden door een komma.
Deze inhoud negeren:
<span translate="no">Deze inhoud is niet te vertalen</span>
gebruik: translate=no
.
Alle tags die zijn gemarkeerd met translate="no"
zullen worden genegeerd.
Alleen de opties die niet beschikbaar zijn onder het filter XHTML-bestanden (zie hierboven) worden hier beschreven.
De codering van een HTML-document is over het algemeen gedeclareerd binnen een element <meta> dat is geplaatst in het element <head>.
Bron- en doelbestanden vereisen soms een verschillende codering.
Hier kunt u bepalen om de declaratie van het doelbestand toe te voegen of te wijzigen
altijd, gebaseerd op de instellingen van het bestandsfilter,
alleen als het bestand al een tag <head> heeft,
alleen als het bestand al een declaratie heeft,
of nooit en sla het doelbestand alleen op in de codering die is gespecificeerd in de instellingen voor het bestandsfilter.
Witruimte buiten de tags wordt als niet significant beschouwd in HTML/XHTML.
Deze optie converteert meerdere van dergelijke doorlopende witruimten naar één enkele spatie in het vertaalde document.
Opmerkingen in een HTML-bestand zijn over het algemeen gericht aan ontwikkelaars. Gebruik deze optie om ze te verwijderen. Indien niet geselecteerd worden de opmerkingen weergegeven als tags.
Tekst in opmerkingen van HTML (tussen <!--
en -->
) worden niet gekopieerd naar het vertaalde document.
Niet vertaalde inhoud in de vertaalde bestanden veroorzaakt soms problemen met compatibiliteit.
Niet vertaalde inhoud in de vertaalde bestanden veroorzaakt soms problemen met compatibiliteit.
Het filter controleert standaard printf-variabelen ('%s', etc.). Bekijk de
Printf-variabelen controleren
voorkeur voor details.
OmegaT reproduceert altijd de inhoud van de bron als een segment niet wordt verschaft. Gebruik deze optie om een niet vertaald segment blanco te laten.
Blanco bronsegmenten acteren soms als plaatsvervangers voor delen die niet bestaan in de brontaal, maar nodig zijn in de doeltaal. Gebruik deze optie om een vertaling te maken die is gebaseerd op de geassocieerde opmerkingen.
De PO-koptekst zal niet worden weergegeven voor vertaling.
De specificatie voor meervoud in de koptekst overschrijven en de standaard voor de doeltaal gebruiken.
PO-bestanden die zowel msgid
als de broncontainer gebruiken en verwachten dat de vertaling wordt geplaatst in msgstr
PO-bestanden die msgid
gebruiken als een ID-code, msgstr
gebruiken als de broncontainer en verwachten dat de vertaling overschrijft msgstr
Niet vertaalde inhoud in de vertaalde bestanden veroorzaakt soms problemen met compatibiliteit.
Het filter controleert standaard patronen van Java MessageFormat (bijv. \{0\}). Bekijk de
Printf-variabelen controleren
voorkeur voor details.
Java 8 vereist codering van ISO-8859-1 en gebruikt letterlijke tekens voor Unicode buiten die tekenset. Java 9 en daarboven vereisen codering van UTF-8. Deze optie forceert comptabiliteit voor Java 8.
Niet vertaalde inhoud in de vertaalde bestanden veroorzaakt soms problemen met compatibiliteit.
Sommige toepassingen vereisen dat enkele letterlijke tekens van Unicode worden behouden. Deze optie maakt dat mogelijk.
Indexitems, bladwijzers, verwijzingen naar bladwijzers, notities, opmerkingen, notities in presentaties, koppelingen (URL) en werkbladnamen
Dit filter is het originele XLIFF-filter van OmegaT. U zou het alleen moeten gebruiken om problemen met compatibiliteit met eerdere projecten, die bestanden bevatten die zijn afgehandeld met dat filter, te vermijden.
Schakel deze optie in als u moet werken met XLIFF-bestanden die zijn gemaakt met OmegaT 2.6.
De gebruiker kan kiezen uit drie opties, Vorige en volgen alinea's, attribuut resname <trans unit>-ID, of <trans-unit> indien beschikbaar, indien niet beschikbaar zal de ID worden gebruikt om op terug te vallen.
Deze opties specificeren de manier waarop OmegaT tags maakt uit de inhoud van XLIFF.
indien geselecteerd wijzigt OmegaT de doelstatus voor XLIFF naar “needs-review-translation” in plaats van “translated”.
Programma's met vertaalgeheugens werken met teksteenheden die segmenten worden genoemd. Wanneer een vertaling wordt ingevoerd, wordt het segment dat de brontekst bevat, opgeslagen met zijn vertaling in the projectgeheugen, en vervolgens gebruikt voor overeenkomsten met andere bronsegmenten in het project.
Gebruik de projecteigenschap
Segmentatie op niveau van de zin
om het type segmentatie te specificeren.
Segmenten zijn standaard alinea's , gedefinieerd door de indeling van het bestand zelf.
Niet gebruiken van zin- segmentatie voor een document is hetzelfde als het gebruiken van alinea- segmentatie. In dat geval wordt elke alinea (zoals gedefinieerd in de originele indeling van het document) weergegeven als één enkel segment, en het staat de vertaler vrij om de zinnen binnen het segment in de vertaling te herschikken.
Alinea-segmentatie werkt zeer goed met meer letterlijke of creatieve teksten, als ook, meer algemeen, met documenten waarvoor overeenkomsten van vertaalgeheugens niet zo belangrijk zijn.
Zin-segmentatie vertrouwd op een aantal regels ( segmentatieregels genoemd) die definiëren wat een zin samenstelt in de brontaal. Deze instelling werkt goed met documenten waarin herhalingen of soortgelijke zinnen veel voorkomen, zoals technische of gerechtelijke documenten.
OmegaT parst eerst de tekst voor segmentatie op niveau van de alinea. Dit proces vertrouwd alleen op de structuur van het bronbestand om de segmenten te maken.
Tekstbestanden kunnen bijvoorbeeld gesegmenteerd worden op regeleinden, lege regels of helemaal niet gesegmenteerd worden. Bestanden die opmaak bevatten (ODF, HTML en andere documenten) worden gesegmenteerd op het blokniveau van (alinea)tags. Vertaalbare object-attributen in XHTML of HTML-bestanden kunnen als afzonderlijke "alinea's" worden uitgenomen.
Nadat het bronbestand in structurele eenheden is opgedeeld, zal OmegaT deze blokken verder opdelen in zinnen.
Het proces van segmentering kan als volgt worden voorgesteld: de cursor verplaatst zich langs de tekst, één teken per keer, zoekend naar de positie waar een afbreking zal voorkomen, of waar een afbreking niet is toegestaan.
Elke keer als de cursor zich verplaatst naar het volgende teken, controleert, OmegaT of:
de tekst voor de locatie correspondeert met een regel Vóór ,
en of de tekst na de locatie correspondeert met de geassocieerde Na -regel.
Als de locatie overeenkomt met beide regels, wordt het beschouwd als ofwel een afbreking, of als niet-afbreking, afhankelijk van wat de regel definieert.
Dezelfde mechanismen en dialoogvensters worden gebruikt voor het definiëren van globale en lokale segmentatieregels.
Standaard zijn de instellingen voor segmentatie globaal en worden gedeeld door alle projecten.
Gebruik de projecteigenschap om het bereik van de segmentatieregels te beperken tot het huidige project.
U kunt een soortgelijk resultaat bereiken door OmegaT te starten vanaf de opdrachtregel. Bekijk de Starten vanaf de opdrachtregel how-to voor details.
Als u lokale regels gebruikt, heeft u nog steeds toegang tot de globale regels, maar het aanpassen daarvan zal geen effect hebben op uw project.
OmegaT verschaft vooraf gedefinieerde segmentatieregels, en de vertaler kan reguliere expressies gebruiken om ze aan te passen. Bekijk de appendix Reguliere uitdrukkingen voor details.
Als een herinnering, regels werken op de volgende manier: wanneer een regel overeenkomt, plaatst OmegaT een markering op de locatie van de overeenkomst, zodat regels die erna komen die locatie negeren. Dat is de reden waarom regels voor uitzonderingen vóór segmentatieregels moeten staan.
Als u de segmentatie wijzigt tijdens het vertalen, moet u het project herladen vóórdat de nieuwe segmentatie effect heeft. Dit zal sommige eerder vertaalde segmenten splitsen of samenvoegen, en die daarom als niet vertaald zullen worden beschouwd. Niettegenstaande dat zal hun originele vertaling nog steeds in het projectgeheugen staan.
Categorie | Bedoeling | Vóór | Na | Uitleg |
---|---|---|---|---|
Uitzonderingsregel, vak niet geselecteerd, hoger in de lijst | Niet segmenteren na Ms. | Ms\. | \s | Ms, gevolgd door een punt, gevolgd door witruimte. |
Uitzonderingsregel, vak niet geselecteerd, hoger in de lijst | Cellen van Excel met regeleinden die geen segmenten weergeven | \n | . | Regeleinde, gevolgd door iets. |
Afbreekregel, vak geselecteerd, lager in de lijst | Begin een nieuw segment na een punt, gevolgd door een spatie, tab of andere witruimte | \. | \s | Een punt, gevolgd door witruimte |
Afbreekregel, vak geselecteerd, lager in de lijst | Begin een nieuw segment na “。” (Japanse punt). | 。 | Onthoud dat het veld Patroon na leeg mag zijn. |
Deze appendix is bedoeld voor gebruikers die zijn geïnteresseerd in het verkennen van een krachtige manier om hun productiviteit op te voeren. Hoewel gezien als uitdagend en complex, zijn zelfs de meest eenvoudige reguliere uitdrukkingen (vaak afgekort tot regex of regexp ) bijzonder nuttig, niet alleen in OmegaT, maar in vele andere toepassingen zou u er een op een dag-tot-dag-basis kunnen gebruiken, met enige variaties.
Alleen de basisbeginselen die het meest nuttig zijn voor vertalers worden behandeld. Het gedeelte Verwijzingen aan het einde van deze appendix verschaft een aantal startpunten voor het verkennen van geavanceerd of complex gebruik buiten het bereik van deze handleiding. Indien u hulp nodig hebt voor een specifiek geval, kunt u ook vragen stellen in de verschillende kanalen voor ondersteuning.
Reguliere uitdrukkingen gebruiken een combinatie van letters, cijfers en symbolen (collectief bekend als tekens ) om een expressie te definiëren die een specifiek tekstpatroon weergeeft.
Hier zijn een aantal voorbeelden.
Elk enkel getal van 0 tot en met 9.
Geeft één of meer tekens voor een “woord” weer, namelijk de letters van het alfabet, cijfers en symbolen underscore.
Geeft één of meer tekens voor horizontale witruimte weer (dit is inclusief normale en niet-afbreekbare spaties, als ook tabs, maar geen tekens voor een regeleinde, die behoren tot de categorie “verticale witruimte”: \v.)
Veel functies van OmegaT vertrouwen op reguliere expressies of maken ze als een optie beschikbaar:
Zoeken bevat een functie Reguliere uitdrukkingen die u in staat stelt bijzonder krachtige zoekacties in uw bestanden uit te voeren.
Dezelfde optie in het dialoogvenster Tekst vervangen stelt u in staat reguliere expressies toe te passen op zowel gezochte en vervangen tekst.
Aangepaste tags zijn tags die zijn gedefinieerd met reguliere expressies die exact hetzelfde worden afgehandeld als de eigen tags van OmegaT. Bekijk de
Aangepaste tags
voorkeur voor details.
Gebruik het teken |
(OR) om individuele definities voor tags te scheiden.
De voorkeur
Gevlagde tekst
stelt u in staat tekenreeksen te definiëren die OmegaT standaard in rood zal markeren, en behandelen als extra tags voor validatie-doeleinden.
Gebruik het teken |
(OR) om individuele definities voor fragmenten te scheiden.
Visuele aanwijzingen kunnen helpen bij het verifiëren of uw uitlijning correct is. De instelling Accentueren stelt u in staat tekenreeksen te definiëren die OmegaT zal accentueren in de uitgelijnde documenten.
Gebruik het teken |
(OR) om individuele expressies te scheiden.
Segmentatieregels en taalpatronen worden gedefinieerd met reguliere expressies. U kunt ze vrij aanpassen om de segmentatie van een document te verbeteren of aanvullende algemene regels toevoegen. Bekijk de appendix Segmentatie voor details.
Segmentatie- of regel voor uitzonderingen definiëren de positie in een segment waar een afbreking zal, of niet zal, worden gemaakt. Twee reguliere expressies zijn vereist om die positie te definiëren: een expressie voor “vóór” om het tekstpatroon te definiëren dat voor de plaats staat de regel van toepassing zou moeten zijn, en een expressie voor “na” om het tekstpatroon te definiëren dat volgt op die positie.
Een taalpatroon dat overeenkomt met de brontaal van het project zal van toepassing zijn op dat project.
Reguliere expressies worden gebruikt om tekst te zoeken, inclusief tekens die niet zichtbaar zijn op het scherm of bij afdrukken, zoals spaties, tabs, of regeleinden. Elke opgegeven expressie ofwel komt overeen , of komt niet overeen met een woord, frase, of andere tekstreeks.
Elk teken in de expressie is relevant bij het bepalen van een overeenkomst.
Een aantal tekens of combinatie van tekens hebben een speciale betekenis in een reguliere expressie.
Reguliere expressies komen alleen overeen met tekst. Zij kunnen niet overeenkomen met decoraties, zoals vet , cursief , of andere stijleffecten .
Er zijn vier regels om te onthouden.
De meerderheid van tekens in een reguliere expressie zoeken eenvoudigweg naar zichzelf in de tekstreeks.
Bijvoorbeeld: de zeven letters die het woord “ example ” spellen vertellen de zoekfunctie om exact die letters overeen te laten komen, in die volgorde. Eenvoudig gezegd, de zoekactie zoekt alleen naar het woord “ example ”.
\
) hebben een speciale betekenis
Anders dan een letter op zichzelf, die eenvoudigweg zichzelf weergeeft, zoals hierboven vermeld, heeft een letter die wordt voorafgegaan door een \
een speciale functie in een reguliere expressie.
Bijvoorbeeld:
r
is slechts een normaal teken, maar door het te laten voorafgaan door een \
maakt dat \r
het in een speciale combinatie verandert die overeenkomt met een
teken voor een hard-regeleinde
. Soortgelijk komt \R
overeen met
elk teken voor een regeleinde
.
Alleen de letters i j l m o en y , in zowel hoofd- als kleine letters, hebben geen speciale betekenis indien voorafgegaan door een backslash. Deze handleiding beschrijft slechts een kleine subset van letters die een speciale betekenis kunnen krijgen.
Bekijk de pagina's in het gedeelte Verwijzingen hieronder voor informatie over combinaties die hier niet worden behandeld.
Die speciale betekenis moet worden geannuleerd door een ander teken om het teken zelf overeen te laten komen.
De volledige lijst van tekens wordt hieronder weergegeven. Één voorbeeld is .
: op zichzelf heeft het de speciale betekenis voor het overeenkomen van
elk enkel teken
.
De betekenis moet worden geannuleerd, om een normale punt te zoeken, met de \
, om de expressie \.
te maken, die slechts overeenkomt met één punt.
\
is een zeer speciaal teken
Zoals hierboven vermeld heeft het teken \
standaard de speciale betekenis van ofwel het annuleren of het activeren van de speciale betekenis van andere tekens. Het heeft geen effect indien het is geplaatst vóór een teken zonder speciale betekenis (ofwel standaard of door toevoeging).
De \
kan zijn eigen speciale betekenis annuleren door zichzelf te verdubbelen en \\
te vormen, wat eenvoudigweg overeenkomt met het teken
backslash
zelf.
De twaalf speciale tekens zijn de
backslash
\
, de
caret
^
, het
dollar-teken
$
, de
punt
(or
dot
) .
, de
verticale streep
(of
symbool pipe
) |
, het
vraagteken
?
, de
asterisk
(of
sterretje
) *
, het
plus-teken
+
, het
haakje
voor openen (
, het
haakje
voor sluiten, )
, het
vierkante haakje
voor openen [
, en de
accolade
voor openen {
.
Elk teken wordt hieronder kort beschreven met voorbeelden van reguliere expressies die vertrouwen op het teken zelf of tekst waarmee zij wel, of niet, overeenkomen.
\
Dit teken ofwel annuleert of activeert de speciale betekenis van het volgende teken.
0\.[0-9]
|
|
Overeenkomsten |
Een getal tussen 0.0 en 0.9 , of slechts het uiteindelijke 0.5 in cijfers, zoals 10.5 of 560.5. De |
Komt niet overeen |
Reeksen, zoals 0,1, 0-3, of de eerste drie tekens van 0x002E, die zouden overeenkomen als de expressie slechts |
^
Waar dit teken het eerste teken in de expressie is, komt het teken caret overeen met het begin van een regel.
Als het het eerst teken is in een een tekenklasse die wordt omsloten door vierkante haakjes, komt het overeen met alle tekens die geen deel uitmaken van die klasse.
|
|
Overeenkomsten |
|
Komt niet overeen |
|
$
Wanneer het het laatste teken in een expressie is, komt het teken dollar overeen met het einde van een regel.
^\w+:$
|
|
Overeenkomsten |
Een regel die bestaat uit één enkel woord en eindigt met een dubbele punt: Vragen: |
Komt niet overeen |
Een regel die bestaat uit één enkel woord, maar niet eindigt met een dubbele punt: Vragen? |
.
Komt overeen met elk enkel teken.
c.t
|
||||
Overeenkomsten |
Elke combinaties van drie letters die begint met “c” en eindigt met “t”: “ cat ”, “ cut ”, “ cot ”, of zelfs niet zinnige combinaties, zoals “ czt ” of “ cqt ”. |
|||
Komt niet overeen |
Combinaties die drie letter bevatten, beginnend met “c” en eindigend met “t”, maar over meer dan één regel zijn gesplitst. Wat is de ontbrekende letter?
|
|
Dit teken functioneert als een “OR” en komt overeen met de expressies ervoor of erachter.
^An|^The
|
|||
Overeenkomsten |
De initiële “An” of “The” in frases zoals:
|
||
Komt niet overeen |
De initiële “An” of “The” in frases zoals:
|
?
Dit teken specificeert dat ofwel nul of één voorkomen van het voorafgaande teken of expressie overeen zou moeten komen.
an?␣ (waar “␣” één enkele spatie weergeeft). |
|||
Overeenkomsten |
Ofwel de “a ” of de “an ” in:
Het zal ook de laatste “an ” vinden van “Can ” in een zin zoals “Can I help you?”, of de laatste “a ” van “pasta ” in “We had pasta for lunch.” |
||
Komt niet overeen |
Noch de “a” noch de “an” in:
Zij worden niet gevolgd door een spatie. |
*
Dit teken specificeert dat nul of meer voorkomen van het voorafgaande teken of expressie overeen zou moeten komen.
run\w*
|
|
Overeenkomsten |
Het woord “run”, als ook “runs”, “runner”, “runway”, “runt” in “grunt” of “brunt”, en elk ander woord of reeks van tekens die “run” bevatten, gevolgd door nul of meer “ tekens voor woorden ” (wat ook cijfers en de underscore omvat, dus het gedeelte vóór de “@” in een e-mailadres, zoals run_123@example.email.org, is ook een overeenkomst). |
Komt niet overeen |
De complete frase in “run-on” of “run'n'gun”, omdat het afbreekstreepje en apostrof niet zijn opgenomen in |
+
Dit teken specificeert dat één of meer voorkomen van het voorafgaande teken of expressie overeen zou moeten komen.
\d+.d
|
|
Overeenkomsten |
Cijfers, zoals “1.5”, “23.2” of “5235.8” met één enkele decimale plaats en elk aantal cijfers vóór de decimale punt. |
Komt niet overeen |
De gehele waarde van cijfers zoals “5,235.8” of “21,571.9”. Alleen het gedeelte achter de duizendtalscheiding zal overeenkomen. |
(
Dit teken begint een
groep
, wat een set tekens is die wordt behandeld als één enkele eenheid. Groepen zijn genummerd, en de inhoud van de groep wordt opgeslagen in het geheugen. Zij kunnen later in de zoek-expressie worden gebruikt met \
, waar n
n
het nummer van de groep is.
De inhoud van de groep kan ook worden gebruikt in de vervangende tekst. Gebruik $
, waar n
n
het nummer van de groep is die is gedefinieerd in de zoekactie.
Haakjes worden altijd gebruikt in paren van openen en sluiten. Het proberen te gebruiken van alleen het haakje voor openen of sluiten op zichzelf zal een fout veroorzaken.
(\b\w+\b)\h\1\b
|
|
Overeenkomsten |
Dubbele woorden, gescheiden door een spatie, zoals de de opeenvolgende “an” in de volgende zin: “I bought an an apple.” |
Komt niet overeen |
De “that, that” in de volgende zin: “But that, that is just unbelievable”, omdat de eerste “that” wordt gevolgd door zowel een komma als een spatie, in plaats van alleen een spatie. |
(
Dit teken sluit een groep. Het is speciaal omdat het nooit op zichzelf kan worden gebruikt. Het moet worden voorafgegaan door de \
als u het haakje voor sluiten zelf overeen wil laten komen.
^\d+\)
|
||||
Overeenkomsten |
Het nummer van de reeks (inclusief het haakje) aan het begin van elke regel in een lijst, zoals:
|
|||
Komt niet overeen |
Nummers van reeksen die niet aan het begin van een regel staan. Volg deze stappen:
|
(
Dit teken moet zijn gepaard aan het vierkante haakje voor sluiten om een set individuele tekens te omsluiten die elk een geldige potentiële overeenkomst weergeven.
Alleen het vierkante haakje voor openen is speciaal en moet worden voorafgegaan door een backslash om naar het teken voor het haakje zelf te zoeken. Als u alleen het vierkante haakje zelf overeen wilt laten komen, hoeft u dat niet vooraf te laten gaan door een backslash. (U kunt het nog steeds toevoegen, maar het zal geen effect hebben op de expressie of het resultaat.)
li[cs]en[cs]e
|
|
Overeenkomsten |
De correcte spellingen voor “licence” en “license”, als ook de potentieel foute spellingen “lisence” en “lisense” |
Komt niet overeen |
Meer flagrante foute spellingen, zoals “licensse” of “lissense”. |
(
Dit teken moet zijn gepaard aan de accolade voor sluiten om een exact aantal , minimum , maximum , of bereik te omsluiten, die specificeren hoeveel maal het voorkomen van het voorafgaande teken of groep overeen zou moeten komen.
Alleen de accolade voor openen is speciaal en moet worden voorafgegaan door een backslash om naar het teken voor de accolade zelf te zoeken. Als u alleen de accolade voor sluiten zelf overeen wilt laten komen, hoeft u dat niet vooraf te laten gaan door een backslash. (U kunt het nog steeds toevoegen, maar het zal geen effect hebben op de expressie of het resultaat.)
\d{4}/\d{1,3}
|
|
Overeenkomsten |
Codes, zoals “1234/5”, “1472/69”, of “9513/842”, bestaande uit vier cijfers, een slash voorwaarts, en één tot en met drie cijfers. |
Komt niet overeen |
Codes zoals “123/45”, “1472/6985”, of “95133/15746”. Waarschuwing: Hoewel de laatste twee codes hierboven niet volledig overeenkomen, zal de expressie he gedeelte “ 1472/698 ” van “1472/6985” teruggeven, als ook de “ 5133/157 ” van “95133/15746”. |
Dit gedeelte presenteert verscheidene typen reguliere expressies, van eenvoudig tot complex.
Onthoud dat de meest
alfabetische
tekens, die worden voorafgegaan door een \
, veranderen in een expressie die
niet het teken zelf, maar zijn geassocieerde speciale betekenis
weergeeft.
De eenvoudigste reguliere expressie bestaat uit één enkel teken, of combinatie van een \
en een teken dat een eenheid vormt met één enkele betekenis.
Expressie | Overeenkomst |
---|---|
x
|
Het teken “x” zelf De meeste tekens komen overeen met zichzelf. |
\t
|
Het teken voor een tab, niet de letter “t”. |
\n
|
Het teken voor een nieuwe regel (line feed), niet de letter “n”. |
\r
|
Het teken voor een harde nieuwe regel (carriage-return), niet de letter “r”. soortgelijk is |
Gewoonlijk zijn zoekacties van OmegaT standaard niet gevoelig voor het verschil in hoofd- en kleine letters: zij komen overeen met zowel tekens in hoofd- als kleine letters, tenzij u er voor kiest de optie Opties in te schakelen. Door dat te doen maakt het de gehele zoek-expressie gevoelig voor hoofd- en kleine letters.
In tegenstelling daaraan zijn reguliere expressies standaard gevoelig voor hoofd- en kleine letters. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat een zoekactie met een reguliere expressie naar “OmegaT”, niet overeen zal komen met “omegat”. Echter, reguliere expressies verschaffen ook speciale aanpassingen om gevoeligheid voor hoofd-/kleine letters binnen de expressie te specificeren:
(?i)
Maakt het gedeelte aan de rechterkant van de aanpassing voor de expressie ongevoelig voor hoofd-/kleine letters.
(?-i)
Maakt het gedeelte aan de rechterkant van de aanpassing voor de expressie gevoelig voor hoofd-/kleine letters.
U kunt hieruit uw voordeel door een fijnmazig beheer toe te passen voor gevoeligheid voor hoofd-kleine letters in zoekacties. Veronderstel, bijvoorbeeld, dat u wilt zoeken naar het voorkomen van “OmegaT” en “omegat”, maar niet “OMEGAT”. U kunt dat doen met de volgende expressie: (?i)o
(?-i)mega
(?i)t
, wat een hoofd-/kleine letters ongevoelige “o” weergeeft, gevolgd door een hoofd-/kleine letters gevoelige “mega”, gevolgd door een hoofd-/kleine letters ongevoelige “t”.
Reguliere expressies stellen u in staat sets van tekens te maken—bekend als klassen . Zoekacties zullen overeenkomen met elk van de tekens in de set.
Klassen worden gedefinieerd door de gewenste te omsluiten met vierkante haken, en kunnen worden gespecificeerd ofwel door elk individueel teken te vermelden om te worden opgenomen, of door het specificeren van een bereik van tekens. U zou, bijvoorbeeld, de klasse [£€$]
kunnen maken om te zoeken naar één van deze symbolen voor valuta in de tekst, of [1-3] om te zoeken naar de cijfers 1, 2 of 3.
Binnen een klasse zijn alleen de backslash (\
), caret (^
), vierkante haakje voor sluiten (]
) en afbreekstreepje (-
) speciaal. De rest van de twaalf tekens zijn normaal, en hoeven niet te worden voorafgegaan door een backslash als u wilt zoeken naar deze tekens zelf.
U kunt zoeken naar elk van de vier klassen voor speciale tekens als voor normale tekens door ze vooraf te laten gaan door een backslash. U kunt ook zoeken naar de caret, vierkante haakje voor sluiten en afbreekstreepje als zichzelf door ze te plaatsen op een positie die niet hun speciale betekenis activeert: overal, behalve direct achter het vierkante haakje voor openen voor de caret, direct achter ofwel het vierkante haakje voor openen of de caret gevolgd door het vierkante haakje voor sluiten, en ofwel net na het vierkante haakje voor openen of net voor het vierkante haakje voor sluiten voor het afbreekstreepje.
Veel frequent gebruikte hebben een vorm van een sneltoets de bestaat uit een backslash, gevolgd door een van het alfabet. Bijvoorbeeld \d
is een sneltoets voor [0-9]
, wat overeenkomt met elk cijfer tussen 0 tot en met 9. In veel gevallen wordt de overeenkomende hoofdletter gebruikt om de betekenis van de teniet te doen: \D
komt overeen met elk dat
geen
cijfer is.
De tabel hieronder verschaft verschillende aanvullende voorbeelden. Deze klassen geven nooit alleen de feitelijke letter weer die wordt gebruikt om de sneltoets te vormen.
Expressie | Overeenkomst |
---|---|
[abc]
|
De letter “a”, “b”, of “c”. Een eenvoudige klasse bestaat uit elk aantal tekens, omsloten door |
[C-X]
|
Een teken in het bereik van “C” tot en met “X”. Een bereik wordt gedefinieerd door het eerste teken in een serie, gevolgd door een afbreekstreepje, gevolgd door het laatste teken in de serie. Elk aantal bereiken kan worden gedefinieerd: |
[^\n\r\t]
|
Elk teken, behalve een nieuwe regel, een harde nieuwe regel, of tab. De caret die is geplaatst direct achter het vierkante haakje voor openen sluit de rest van de tekens in de klasse uit. |
\w
|
Een teken voor een woord, over het algemeen gedefinieerd als
|
\s
|
Een teken voor witruimte, inclusief de tekens voor spatie en tab, als ook regeleinden.
|
\h en \v
|
Horizontale en verticale witruimte (over het algemeen heeft dit de voorkeur boven
|
Reguliere expressies zijn niet beperkt tot alfanumerieke tekens. Zij bedekken de gehele Unicode tekenset. Gebruik Unicode-blokken, scripts en categorieën om tekenklassen te specificeren buiten het bereik van alfanumerieke tekens. Een aantal voorbeelden worden in de tabel hieronder weergegeven.
Bekijk ook Unicode Regular Expressions voor een uitgebreide beschouwing van reguliere expressies voor Unicode.
Expressie | Overeenkomst |
---|---|
\p{InGreek}
|
Een teken in het Griekse blok (Unicode-blok)
|
\p{IsHan}
|
Een logogram (teken voor Han / kanji / hanja ) te vinden in CJK-talen (Unicode script) |
\p{Lu}
|
Een hoofdletter (Unicode categorie) |
\p{Sc}
|
Een valutasymbool, dat ook een Unicode categorie is. |
Sommige expressies specificeren een positie in plaats van een teken. Zij geven aan waar in de tekst moet worden gezocht voor de overeenkomst, maar bevatten geen tekens in die overeenkomst. De tabel hieronder vermeld een aantal meer algemene voorbeelden. Bekijk de pagina's in het gedeelte Verwijzingen voor informatie.
Expressie | Overeenkomst |
---|---|
^
|
Het begin van een regel |
$
|
Het einde van een regel |
\b
|
Een woordgrens |
\B
|
Geen woordgrens |
(?=u)
|
Een teken, gevolgd door een “u”. Bijvoorbeeld, |
(?!u)
|
Een teken dat niet wordt gevolgd door de letter “u”. Bijvoorbeeld, |
(?<=q)
|
Een teken voorafgegaan door de “q”. Bijvoorbeeld, |
(?<!q)
|
Een teken dat niet wordt voorafgegaan door de letter “q”. Bijvoorbeeld, |
Dit gedeelte geeft een aantal voorbeelden weer die demonstreren hoe de verschillende hierboven beschreven kunnen worden gecombineerd op krachtige zoekacties in OmegaT uit te voeren.
Expressie | Doel |
---|---|
(\b\w+\b)\h\1\b
|
Zoek naar dubbele woorden. |
,\h[\h(\w+\.\w+)\w,'ʼ"“”-]+[\.,]
|
Zoek naar clausules die beginnen met een komma, gevolgd door een teken voor witruimte, één of meer woorden bevatten (inclusief woorden tussen aanhalingstekens, samenvoegingen, en bestandsnamen met een bestandsextensie), en eindigen met ofwel een komma of een punt. |
\. \h+$
|
Zoek extra witruimte achter de punt aan het einde van een regel. |
\h+a\h+[aeiou]
|
Zoek woorden die beginnen met een klinker na het lidwoord “a” in plaats van “an”. |
\h+an\h+[^aeiou]
|
Het tegenovergestelde van het vorige voorbeeld. Zoek woorden die beginnen met een medeklinker na het lidwoord “an” in plaats van “a”. |
\d{4}([/\.-]\d{1,2}){2}
|
Zoek numerieke datums in de volgorde jaar, maand en dag waarbij de dag en maand worden gescheiden door een slash, punt, of afbreekstreepje, zoals:
OpmerkingDeze expressie zoekt patronen van getallen en scheidingstekens die overeenkomen met mogelijke datums, maar valideert ze niet. Het zal ook patronen vinden zoals “5136/36/71”. |
\.[A-Z]
|
Zoek een punt, gevolgd door een hoofdletter. Nuttig om te zoeken naar mogelijke ontbrekende spaties tussen de punt en het begin van een nieuwe zin |
\bis\b
|
Zoek naar “is” als een heel woord in een zin, zonder overeen te komen met “this”, “isn’t”, of zelfs “Is”. |
[\w\.-]+@[\w\.-]+
|
Zoek een e-mailadres. Deze eenvoudige expressie zou niet voor elke mogelijke geldige indeling voor een e-mailadres kunnen gelden. |
Hoewel OmegaT geen mooie kleuren aanbiedt voor uw reguliere expressies, kunt u veel oefenen door het venster Tekst zoeken te gebruiken omdat OmegaT de overeenkomende resultaten wel een kleur geeft.
Een aantal aanvullende bronnen worden hieronder weergegeven.
De technische verwijzing voor Java is nuttig als een canonieke verwijzing.
De officiële verwijzing voor reguliere expressies die worden gebruikt in Java.
Als u meer wilt leren over het gebruiken van reguliere expressies, hebben de volgende twee pagina's bewezen heel nuttig te zijn.
Een online programma voor overeenkomsten van reguliere expressies dat u de tekst in laat voeren die u wilt zoeken en de reguliere expressies die u wilt testen.
Een van de meest uitgebreide handleidingen voor reguliere expressies en verwijzingen op het web.
OmegaT ondersteunt op geen enkele wijze de beide pagina's. Als u andere interessante verwijzingen vindt—in elke taal—zou het team van OmegaT dat graag horen.
Woordenlijsten zijn bestanden voor terminologie, opgeslagen in de map glossary.
Elke term in een segment die een overeenkomst heeft in enige woordenlijst, wordt weergegeven in het venster Woordenlijsten .
Brontermen mogen uitdrukkingen met meerdere woorden zijn.
Er zijn 2 soorten woordenlijsten:
Gebruik C + S + G om nieuwe termen in de woordenlijst op te nemen. Het wordt om deze reden de beschrijfbare woordenlijst genoemd.
Gebruik voor directe toegang ertoe. U kunt het dan openen in een tekstbewerker en het aanpassen.
U hoeft het bestand niet vooraf voor te bereiden.
Het zal worden gemaakt als u voor de eerste keer een item aan de woordenlijst toevoegt.
Als u ervoor kiest een bestaand bestand als de standaard woordenlijst te gebruiken, zullen alle nieuwe items standaard worden opgenomen in de indeling tab-gescheiden en opgeslagen in UTF-8.
Als u een andere codering wilt specificeren, kunt u dat doen door een “magische” opmerking in de volgende vorm op te nemen:
# -*- coding: <charset> -*- ,
|
waar
<charset>
gewoonlijk een van de lijsten is die is vermeld in de IANA Charset Registry.
Zij zijn terminologie-bestanden in een indeling die wordt herkend door OmegaT. U kunt ze niet aanpassen vanuit de interface van OmegaT zoals de woordenlijst voor het project, maar u kunt dat doen in een tekstbewerker.
Aanpassingen in een woordenlijst worden onmiddellijk herkend door OmegaT en weergegeven in het venster Woordenlijsten .
Standaard bevat elk project een map glossary om de beschrijfbare woordenlijst in te plaatsen en andere woordenlijsten voor verwijzing die u wilt toevoegen aan het project. Bekijk de projecteigenschap
map Woordenlijst
voor details.
Alle woordenlijst moeten zijn geplaatst in de map glossary. Woordenlijsten die zijn geplaatst in geneste mappen worden ook herkend.
Binnen die map voor woordenlijsten ter verwijzing kunt u meerdere submappen voor terminologie maken, gerangschikt op onderwerp, cliënt of elke andere categorie die geschikt is voor uw werkstroom.
Gebruik de
map Woordenlijst
projecteigenschap om de locatie van de map voor woordenlijsten in te stellen. Deze map mag buiten het project worden ingesteld, wat u in staat stelt het te gebruiken, of een van de specifieke submappen, in andere projecten.
De beschrijfbare woordenlijst is standaard geplaatst in de map glossary en is genaamd glossary.txt.
U kunt de naam en de locatie ervan wijzigen in het dialoogvenster
Beschrijfbaar woordenlijstbestand
, maar u moet het een extensie .txt
of .utf8
geven, en het opslaan binnen de map glossary of in één van diens submappen.
Bestanden voor woordenlijsten in OmegaT zijn eenvoudige platte tekst lijsten met drie kolommen, met de bronterm in de eerste kolom, een optionele doelterm in de tweede kolom en een optionele opmerking in de derde kolom.
Woordenlijsten mogen "tab gescheiden waarden" (TSV)-bestanden of "komma gescheiden waarden" (CSV)-bestanden zijn of mogen de indeling TermBase eXchange (TBX 2) gebruiken.
Een beschrijfbare woordenlijst die is gemaakt voor het project door OmegaT zal altijd een TSV-bestand zijn dat is opgeslagen in UTF-8. Door gebruikers gemaakte bestanden die alleen Latijns tekens bevatten kunnen worden herkend en behandeld als ISO-8859-1 als zij geen niet-ASCII-tekens bevatten of andere tekens die worden geïnterpreteerd als UTF-8.
De codering die wordt gebruikt voor het lezen van woordenlijsten voor verwijzing is afhankelijk van hun bestandsextensie:
Indeling | Extensie | Codering |
---|---|---|
TSV |
.txt
|
UTF-8 |
TSV |
.utf8
|
UTF-8 |
TSV |
.tab
|
standaard codering besturingssysteem |
TSV |
.tsv
|
standaard codering besturingssysteem |
CSV |
.csv
|
UTF-8 |
TBX |
.tbx
|
UTF-8 |
Bi-drectionele beheerstekens zijn beschikbaar vanuit . Zij kunnen worden gebruikt om:
Een onzichtbaar teken in te voegen met een sterke richting om een specifieke positie voor een teken te forceren met een zwakke of neutrale richting.
Een gedeelte tekst te maken dat tegengesteld loopt aan de tekst van het segment.
Deze beheerstekens wijzigen de richting, maar zijn onzichtbaar. Gebruik om een visuele indicatie van hun psitie weer te geven.
Voeg, om de positie van een teken met een zwakke of neutrale richting te wijzigen (zoals symbolen voor punctuatie), een teken LRM of RLM in na het teken, afhankelijk van de richting van het segment:
Voeg een teken LRM in na een zwakke-richting teken dat van links naar rechts moet lopen in een segment dat gaat van rechts naar links (bijv. een Engels uittreksel binnen een Arabische tekst).
Voeg een teken RLM in na een zwakke-richting teken dat van rechts naar links moet lopen in een segment dat gaat van links naar rechts naar links (bijv. een Arabisch uittreksel binnen een Engelse tekst)
Inbeddingen kunnen worden gebruikt om een langere sectie tekst te maken (die meerdere woorden en spaties bevatten) die moeten lopen in de richting die tegengesteld is aan die van het segment. U kunt twee soorten inbeddingen maken, afhankelijk van de richting van het segment:
Voeg, om een inbedding van links naar rechts te maken in een segment dat loopt van rechts naar links, een LRE-teken (LRE) voor inbedding in, typ of voeg de tekst die loopt van links naar rechts in, en voeg dan het teken voor pop directional formatting (PDF) in.
Voeg, om een inbedding van rechts naar links te maken in een segment dat loopt van links naar rechts, een RLE-teken (LRE) voor inbedding in, typ of voeg de tekst die loopt van rechts naar links in, en voeg dan het teken voor pop directional formatting (PDF) in.
Bekijk de projecteigenschap
Lokale opdrachten voor nabewerken
voor projectspecifieke opdrachten.
Bekijk de voorkeur
Globale opdrachten voor nabewerken
voor globale opdrachten.
De opdracht wordt doorgegeven aan het uitvoerbare bestand voor de Java runtime als een tekenreeks met de daaraan toegevoegde waarden uit het sjabloon. Alle argumenten zouden tussen aanhalingstekens moeten staan, bijv. "${fileName}"
.
De volgende variabelen voor sjablonen zijn altijd beschikbaar. De andere items op de lijst voor het sjabloon zijn omgevingsvariabelen voor uw systeem.
Naam variabele | Waarde |
---|---|
${projectName} | De naam van de projectmap |
${projectRoot} | Volledig pad naar de projectmap |
${sourceRoot} | Volledig pad naar de bronmap |
${targetRoot} | Volledig pad naar de doelmap |
${glossaryRoot} | Volledig pad naar de map glossary |
${tmRoot} | Volledig pad naar de map voor de bron van de TM |
${tmAutoRoot} | Volledig pad naar de map auto van de TM |
${dictRoot} | Volledig pad naar de map dictionary |
${tmOtherLangRoot} | TM Root + tmx2source (Bekijk de Brug tussen twee talen how-to voor details.) |
${sourceLang} | Brontaal |
${targetLang} | Doeltaal |
${filePath} | Volledig pad naar het bronbestand |
${fileShortPath} | Naam van het bronbestand, relatief aan de opgegeven bron |
${fileName} | Volledige naam van het bronbestand |
${fileNameOnly} | Naam van het bronbestand, zonder de extensie |
${fileExtension} | Extensie van het bronbestand zonder punt |
In aanvulling op een reguliere opdracht, kunt u een script aanroepen. Voer nooit scripts voor bewerken uit vanuit niet vertrouwde bronnen. Opdrachten voor lokale nabewerking zijn om veiligheidsredenen standaard uitgeschakeld.
Variabelen voor sjablonen kunnen worden gebruikt met zowel reguliere opdrachten als met aangepaste scripts. U moet misschien een absoluut pad gebruiken voor uw script. Het gebruiken van PATH OmegaT zou niet hetzelfde hoeven te zijn als het PATH van de huidige gebruiker.
STDOUT en STDERR worden geschreven naar het bestand omegat.log. De exitcode en STDERR of de laatste STDOUT zullen op de statusbalk verschijnen.
U zou een shebang moeten gebruiken, bijv. #! /bin/bash
of #! /usr/bin/env python3
. En het script moet uitvoerbaar zijn. Koppelen van opdrachten met &&
of ||
of pipes |
zal hier niet werken.
xdg-open ${targetRoot}
open ${targetRoot}
Invoke-Item ${targetRoot}
De interface van OmegaT vertrouwd over het algemeen niet op knoppen om toegang te verschaffen tot zijn functies. In plaats daarvan worden zij aangeroepen vanuit de menu's of, voor de meerderheid van functies, via hun aangewezen standaard sneltoets.
Leren van de meest frequente sneltoetsen zal niet lang duren als u eenmaal begint te werken met OmegaT. De sneltoetsen worden aangegeven naast elk menu-item, wat het mogelijk maakt nieuwe sneltoetsen langzamerhand te leren als u de software gebruikt.
U kunt de meerderheid van de sneltoetsen in OmegaT aanpassen. Bekijk het gedeelte Aanpassingen voor details.
OmegaT wordt uitgevoerd op elk platform dat een Java Runtime Environment (Windows, macOS en Linux als de meest gebruikte) uitvoert. De toetsen voor aanpassen die de sneltoetsen vormen variëren licht tussen de verschillende platformen. We hebben, om het lezen eenvoudiger te maken, de volgende conventie gebruikt voor toetsen voor aanpassen:
Linux/Windows | Aanpassingstoets | macOS |
---|---|---|
Shift | S | shift of ⇧ |
Ctrl of Control | C | command of ⌘ |
Alt | A | alt / option of ⌥ |
Ctrl | ctrl of ⌃ |
De sleuteltoetsen hierboven stellen ons in staat meerdere notaties voor elke sneltoets te vermijden.
Op Windows en Linux: Ctrl + Shift + N
Op macOS: Shift + Command + N
In deze handleiding: C + S + N
OmegaT wijst sneltoetsen toe aan de meeste beschikbare functies in de menu's , en en een aantal functies in het venster venster Bewerken . U kunt ook de sneltoetsen voor de meeste functies toevoegen of wijzigen.
U moet, om dat te doen, het toepasselijke bestand voor de definitie van de sneltoetsen plaatsen in uw configuratiemap van OmegaT. Bekijk de appendix Configuratiemap voor details.
Er zijn twee soorten bestanden voor definities van sneltoetsen.
Het bestand voor definities van sneltoetsen voor de menu's en een paar andere items.
Het bestand voor definities van sneltoetsen voor de bewerker.
OmegaT moet opnieuw worden gestart nadat een bestand voor definities van sneltoetsen is aangepast om er voor te zorgen dat de nieuwe sneltoetsen worden geactiveerd.
U kunt de standaard bestanden voor sneltoetsen van OmegaT kopiëren vanuit de OmegaT ontwikkelingspagina op Sourceforge naar uw configuratiemap en ze aan uw wensen aan te passen:
De bestanden voor macOS moeten worden hernoemd naar MainMenuShortcuts.properties en EditorShortcuts.properties om ze door OmegaT te laten herkennen.
Het volgende gedeelte beschrijft de gebruikte syntaxis in de bestanden voor definities van sneltoetsen, en verschaft een voorbeeld voor aanpassing.
De basis syntaxis van de bestanden voor definities van sneltoetsen is eenvoudigweg:
functiecode=sneltoets
Gebruik de tabellen in het gedeelte Lijsten met functies en codes hieronder om te zoeken naar warden voor de functiecode
.
De sneltoets
geeft de toetscombinatie weer die door de gebruiker moet worden ingedrukt. Het bestaat in de volgende vorm:
0 of meer aanpassingstoets
gevolgd door 0 of 1 gebeurtenis
gevolgd door 1 toets
waar aanpassingstoets
mag zijn: shift
, ctrl
, meta
, alt
, of altGraph
meta
verwijst naar de toets met het logo van Windows op de meeste toetsenborden voor systemen van Windows of Linux, en naar de toets command
op macOS.
altGraph
verwijst naar de toets
Alt
rechts van de spatiebalk op toetsenborden met twee
Alt
-toetsen.
<event>
kan zijn: typed
, pressed
, released
en <key>
kan elke toets zijn die beschikbaar is op uw toetsenbord. U kunt de tabel bekijken die de verschillende sneltoetsen voor de bewerker weergeef om te zoeken naar de waarden voor toetsen zoals Home
, Page Up
, of de pijltjestoetsen.
Lege regels en opmerkingen kunnen worden toegevoegd om de lijst te beheren en het lezen ervan eenvoudiger te maken. Een regel met een opmerking begint met een #
, en alles daarna wordt genegeerd door het programma.
De eenvoudigste manier om de sneltoetsen te bewerken is om kopieën van de standaard bestanden te downloaden naar uw configuratiemap, zoals hierboven vermeld, en daar de wijzigingen te maken die u wilt.
De standaard sneltoets voor het sluiten van een project is op Windows en Linux gedefinieerd als:
projectCloseMenuItem=ctrl shift W
en op macOS als:
projectCloseMenuItem=meta shift W
U zou echter mogelijk de toets S willen verwijderen uit de sneltoets om het alleen Ctrl + W te laten zijn (of Command + W op macOS) om de sneltoets overeen te laten komen met die welke u gebruikt in andere programma's.
Pas, om dat te doen, het bestand MainMenuShortcuts.properties
als volgt aan voor Windows of Linux:
projectCloseMenuItem=ctrl W
of als volgt voor macOS:
projectCloseMenuItem=meta W
Als uw taalpaar regelmatig vraagt naar het gebruiken van alternatieve vertalingen, zou u misschien een sneltoets willen toewijzen aan die functie omdat het standaard geen sneltoets heeft.
De stappen hieronder demonstreren hoe de sneltoets Alt + X toe te wijzen aan het menu-item .
Open het bestand MainMenuShortcuts.properties
, dat u hebt gekopieerd naar uw configuratiemap, in een tekstbewerker.
Zoals weergegeven in de tabel Menu bewerken hieronder, is de functiecode voor de functie : editMultipleAlternate
.
Zoeken naar die code in het bestand zal u naar de volgende regel brengen:
# editMultipleAlternate=
De regel is nu nog een opmerking. Verwijder de #
aan het begin van de regel zodat OmegaT de sneltoets zal kunnen herkennen, en voeg alt X
toe achter het teken =
aan het einde van de regel:
editMultipleAlternate=alt X
Het bestand opslaan en sluiten. De volgende keer dat u OmegaT opstart, zou uw nieuwe sneltoets actief moeten zijn en worden weergegeven na de naam van de functie in het menu.
Sla het bestand op nadat u het maken van uw wijzigingen hebt voltooid. Als OmegaT is geopend, dient u het opnieuw te starten om er voor te zorgen dat uw wijzigingen worden geactiveerd.
Uw aangepaste of nieuwe sneltoetsen zouden nu naast de menu-items moeten verschijnen die u hebt aangepast. Zij zullen nu in OmegaT beschikbaar zijn zolang er geen conflicten optreden met andere functies of met systeem-brede sneltoetsen.
Het volgende gedeelte geeft tabellen weer met de functiecodes en corresponderende standaard sneltoets voor elk menu of functie voor bewerken in OmegaT.
De sneltoetsen die kunnen worden aangepast in het bestand EditorShortcuts.properties
, met hun standaard waarden, worden weergegeven in de tabel hieronder.
Functie | Functiecode | Windows/Linux | macOS |
---|---|---|---|
Contextmenu openen | editorContextMenu | CONTEXT_MENU | shift ESCAPE |
Ga naar volgende segment | editorNextSegment | TAB | |
Ga naar vorige segment | editorPrevSegment | shift TAB | |
Ga naar volgende segment (niet TAB) | editorNextSegmentNotTab | ENTER | |
Ga naar vorige segment (niet TAB) | editorPrevSegmentNotTab | ctrl ENTER | meta ENTER |
Regeleinde invoegen | editorInsertLineBreak | shift ENTER | |
Alles selecteren | editorSelectAll | ctrl A | meta A |
Vorige token verwijderen | editorDeletePrevToken | ctrl BACK_SPACE | alt BACK_SPACE |
Volgende token verwijderen | editorDeleteNextToken | ctrl DELETE | alt DELETE |
Ga naar eerste segment | editorFirstSegment | ctrl PAGE_UP | meta PAGE_UP |
Ga naar laatste segment | editorLastSegment | ctrl PAGE_DOWN | meta PAGE_DOWN |
Volgend token overslaan | editorSkipNextToken | ctrl RIGHT | alt RIGHT |
Vorige token overslaan | editorSkipPrevToken | ctrl LEFT | alt LEFT |
Volgend token overslaan met selectie | editorSkipNextTokenWithSelection | ctrl shift RIGHT | alt shift RIGHT |
Vorig token overslaan met selectie | editorSkipPrevTokenWithSelection | ctrl shift LEFT | alt shift LEFT |
Vergrendelen cursor schakelen | editorToggleCursorLock | F2 | |
Overschrijven schakelen | editorToggleOvertype | INSERT | F3 |
Functie | Functiecode | Windows/Linux | macOS |
---|---|---|---|
Auto-aanvullen openen | autocompleterTrigger | ctrl spatiebalk | Escape |
Auto-aanvullen openen volgende weergave | autocompleterNextView | ctrl spatiebalk | ctrl DOWN |
Auto-aanvullen openen vorige weergave | autocompleterPrevView | ctrl shift spatiebalk | ctrl UP |
Auto-aanvullen bevestigen en sluiten | autocompleterConfirmAndClose | ENTER | |
Auto-aanvullen bevestigen zonder te sluiten | autocompleterConfirmWithoutClose | INSERT | |
Auto-aanvullen sluiten | autocompleterClose | Escape | |
Ga omhoog in de lijst | autocompleterListUp | UP | |
Ga omlaag in de lijst | autocompleterListDown | DOWN | |
Ga één pagina omhoog | autocompleterListPageUp | PAGE_UP | |
Ga één pagina naar beneden | autocompleterListPageDown | PAGE_DOWN | |
Ga omhoog in de tabel | autocompleterTableUp | UP | |
Ga omlaag in de tabel | autocompleterTableDown | DOWN | |
Ga naar links in de tabel | autocompleterTableLeft | links | |
Ga naar rechts in de tabel | autocompleterTableRight | rechts | |
Ga één pagina omhoog in de tabel | autocompleterTablePageUp | PAGE_UP | |
Ga één pagina omlaag in de tabel | autocompleterTablePageDown | PAGE_DOWN | |
Ga naar de eerste tabel | autocompleterTableFirst | ctrl HOME | meta HOME |
Ga naar de laatste tabel | autocompleterTableLast | ctrl END | meta END |
Ga naar de eerste regel in de tabel | autocompleterTableFirstInRow | HOME | |
Ga naar de laatste rij in de tabel | autocompleterTableLastInRow | END |
De configuratiemap bevat de meerderheid van de opties voor OmegaT en de voorkeuren voor de gebruiker.
Gebruik om er direct toegang toe te krijgen.
De locatie van de standaard configuratiemap varieert per systeem (het teken ~ geeft uw thuismap aan):
~/.Omegat
~/Library/Preferences/OmegaT
~\AppData\Roaming\OmegaT
Normaal gesproken is het niet nodig om OmegaT te starten vanaf de opdrachtregel. Bekijk de Starten vanaf de opdrachtregel how-to voor details.
Aangepaste voorkeuren worden opgeslagen in de configuratiemap die wordt gebruikt door het project. Als u de standaard configuratiemap niet gebruikt, zullen alle wijzigingen die worden gemaakt in de voorkeuren worden opgeslagen in de gespecificeerde configuratiemap en en zullen niet verschijnen wanneer u uw werk voortzet met de standaard configuratiemap.
Dit bestand bevat een aantal belangrijke voorkeuren van de gebruiker.
Sommige voorkeuren hebben geen equivalent in de gebruikersinterface. Zij moeten handmatig worden aangepast.
Zoek, om te voorkomen dat het venster met de lijst met Bronbestanden automatisch opent als een project wordt geladen, <project_files_show_on_load> en vervang true door false:
<project_files_show_on_load>false</project_files_show_on_load>
Momenteel vereist alleen deze voorkeur handmatige aanpassing.
Dit bestand beschrijft de algehele lay-out van OmegaT.
Deze map bevat een aantal logbestanden. Het meest recente is OmegaT.log
.
Deze bestanden leggen verschillende interne status en berichten voor programmagebeurtenissen vast, gegenereerd terwijl OmegaT wordt uitgevoerd. Als OmegaT zich vreemd lijkt te gedragen is neem dan dit bestand, of het relevante gedeelte daarvan, op in uw foutenrapport.
Als de toepasbare functies worden gebruikt kan deze map tot drie tekstbestanden bevatten:
Dit bestand slaat de huidige geselecteerde tekst op als C + S + C wordt gebruikt. De tekst in het bestand wordt, elke keer als de functie wordt aangeroepen, vervangen.
Dit bestand bevat de
originele tekst
uit het huidige segment als de voorkeur
Segment naar tekstbestand exporteren
is ingeschakeld. De tekst in het bestand wordt elke keer vervangen als een nieuw segment wordt ingevoerd.
Dit bestand bevat de
vertaalde tekst
uit het huidige segment als de voorkeur
Segment naar tekstbestand exporteren
is ingeschakeld. De tekst in het bestand wordt elke keer vervangen als een nieuw segment wordt ingevoerd.
Deze drie bestanden verschaffen een eenvoudige manier om toegang te verkrijgen tot enige inhoud van OmegaT en het te verwerken met lokale programma's, zoals shell scripts.
Dit parameterbestand bevat aangepaste sneltoetsen voor de bewerker. Bekijk de appendix Aanpassingen voor details.
Dit parameterbestand bevat aangepaste sneltoetsen voor de gebruikersinterface. Bekijk de appendix Aanpassingen voor details.
Dit parameterbestand bevat aangepaste bestandsfilters. Bekijk de voorkeuren Globale bestandsfilters voor details.
Dit parameterbestand bevat aangepaste parameters voor Extern zoeken. Bekijk de voorkeuren Globaal extern zoeken voor details.
Dit parameterbestand bevat aangepaste parameters voor autotekst. Bekijk de voorkeuren Auto-aanvullen voor details.
Dit bestand bevat de informatie voor het inloggen in uw opslagplaatsen voor teamprojecten.
De bestandsinhoud is niet versleuteld.
Bekijk de Instellen van een Teamproject how-to voor details.
Dit parameterbestand bevat aangepaste parameters voor segmentatie. Bekijk de voorkeuren Globale segmentatieregels voor details.
Deze map verschaft de standaard locatie voor handmatig geïnstalleerde plug-ins voor uitbreiding van OmegaT. Bekijk de Plug-ins voorkeur voor details.
Het is ook mogelijk plug-ins te installeren in de map plug-ins/ voor de toepassing.
Deze map bevat uw woordenboeken voor de spellingscontrole. Bekijk de voorkeuren Spellingscontrole voor details.
De toepassingsmap bevat de toepassing OmegaT.jar
en een aantal andere belangrijke bestanden.
De locatie van de toepassingsmap is afhankelijk van uw platform en de manier waarop OmegaT hebt geïnstalleerd. De aanbevolen of standaard locaties zijn de volgende:
C:\Program Files\OmegaT\
/opt/omegat/
/Applications/OmegaT.app/Contents/Java/
/opt/omegat/
OmegaT's distributielicentie. De GPL versie 3.
OmegaT's uitvoerbare bestand. Gebruikt bij het opstarten van OmegaT vanaf de opdrachtregel. Bekijk het hoofdstuk Starten vanaf de opdrachtregel voor details.
De lijst met verbeteringen en opgeloste problemen. Controleer het om te zien of u informatie nodig hebt over de evolutie van OmegaT.
De documentatie distributielicentie. De GPL versie 3.
De index voor de meertalige gebruikershandleiding.
Een koppeling naar de pagina voor ondersteuning.
Simpele instructies voor installatie en het uitvoeren.
De map voor de documentatie.
De lijst met individuele deelnemers.
Elke vertaalde gebruikershandleiding staat in een afzonderlijk map voor de taal.
De index voor de meertalige gebruikershandleiding.
De lijst van door OmegaT gebruikte bibliotheken.
De map waarin afbeeldingen, die worden gebruikt voor OmegaT, zijn opgeslagen.
De map waar de bibliotheken die worden gebruikt door OmegaT zijn opgeslagen.
De map waar u externe plug-ins kunt installeren. De voorkeurslocatie voor plug-in handmatige installatie is de map plug-ins/, geplaatst in de map configuration. Bekijk de Plug-ins voorkeuren voor details.
De map waar gedistribueerde scripts zijn geplaatst. Bekijk het venster Scripten voor details.